10 Jaar vinkjes zetten. 10 Jaar banenafspraak

10 jaar vinkjes zetten. De banenafspraak bestaat 10 jaar. Tijd om terug- en vooruit te kijken. Er is veel gebeurd de afgelopen tien jaar. Er zijn, ondanks alle uitdagingen waar de corona pandemie ons mee opzadelde, 79.714 nieuwe banen voor mensen met een beperking gerealiseerd. Een schitterend getal waar meer dan 79.000 individuen achter schuil gaan die één voor één niet alleen werk hebben gevonden, maar een plek in de maatschappij. En toch is dit geen louter goed nieuws blog. Want ondanks dat we heel veel mensen hebben geholpen, hebben we er nog veel meer links laten liggen. Mensen die niet in de doelgroep van de banenafspraak vallen. Mensen waarvoor werkgevers geen vinkje konden zetten.

In mijn tijd bij Asito was mijn opdracht om 1.000 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een plek te geven in onze organisatie. Maar er zijn veel meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt dan alleen degenen in de doelgroep banenafspraak. In mijn naïviteit zei ik toen dat een bedrijf dat 1.000 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk helpt, natuurlijk nooit een boete vanuit de quotumwet zou kunnen krijgen. Dat bleek helaas niet juist. Want er is te lang, en nog steeds, vastgehouden aan een te beperkte doelgroep. De mensen met het vinkje.

Er zijn talloze werkgevers die openstaande vacatures hebben voor mensen met een arbeidsbeperking. Vacatures die wellicht beter zouden passen bij een statushouder of iemand die langdurig in de bijstand zit. Maar die banen moeten worden ingevuld door mensen waarvoor deze werkgevers een vinkje kunnen zetten voor de quotumwet. Tel daarbij op dat er niet voldoende mensen met een beperking  beschikbaar of inzichtelijk zijn om alle vacatures in te vullen en je krijgt een situatie waarin de werkgever een vacature heeft, er ook kandidaten zijn, maar dit vanwege angst voor een boete niet worden ingevuld. Dit kan nooit de bedoeling zijn geweest.

Nogmaals, de banenafspraak heeft bijna 80.000 mensen geholpen en dat is geweldig. Het breed offensief wordt na jaren op de plank liggen eindelijk ingevoerd. Maar mijns inziens moeten we werken aan drie punten om nog meer positieve impact te kunnen maken.

Loonwaardemethodiek

De eerste is de loonwaarde methodiek. Werkgevers geven aan dat de huidige systematiek niet optimaal is. Hier wordt momenteel naar gekeken. Ik heb er vertrouwen in dat dit goed gaat komen. Werkgevers zijn geconsulteerd en er is naar ze geluisterd en ik zie er naar uit  dat er echt iets wordt gedaan met deze input.

Verbreding doelgroep

De tweede – en daar maak ik me wel zorgen over – is de verbreding van de doelgroep. In het onderzoek dat Panteia in opdracht van het Ministerie uitvoert, is de markt – inclusief ikzelf – geconsulteerd, maar niet op de juiste manier. De nieuwe doelgroepen waren door de onderzoekers al vastgesteld. Wij mochten alleen binnen deze doelgroependefinitie input geven over kansen en uitdagingen terwijl het benoemen en bespreken van andere relevante doelgroepen zoals statushouders niet mogelijk was. Dit zorgt er niet voor dat de uitdagingen van het vinkjes zetten wordt opgelost. Ik hoop dat het Ministerie dit inziet en dit vraagstuk zorgvuldig aanpakt.

Taalgebruik

Het derde punt is het taalgebruik, iets waar ik me al jaren aan erger. Er zijn nog steeds partijen die stellen dat bedrijven subsidie krijgen – dus geld verdienen – aan het inzetten van mensen met een beperking. Dat is pertinent onjuist. Werkgevers krijgen een compensatie voor de verminderde loonwaarde van de kandidaten. Regelmatig is dit bedrag niet toereikend omdat veel werkgevers CAO loon betalen in plaats van het minimumloon waar de loonkostensubsidie op gebaseerd is.

Dit verkeerde taalgebruik zien we ook bij de quotumwet. Het ministerie heeft het over een bonus-malus regeling terwijl het een boete voor alle werkgevers betreft en een compensatie van deze boete voor werkgevers die aan de wet voldoen. Zeker grote ondernemingen moeten daartoe  hele afdelingen optuigen om de begeleiding van deze mensen en het afhandelen van alle administratie in goede banen te leiden. Het Ministerie heeft hier een rol om kritisch te zijn op taalgebruik om partijen niet de kans te geven hun eigen agenda te voeden met bewust foute framing.

Dus ik kijk na tien jaar banenafspraak terug op een periode waarin bijna 80.000 mensen een plek hebben gevonden bij een reguliere werkgever. Maar ik kijk ook terug op tien jaar vinkjes zetten en naar tien jaar niet optimaal gebruik maken van het arbeidspotentieel in Nederland. Natuurlijk kijk ik ook vooruit: op naar de 125.000 banen zoals de doelstelling van de banenafspraak is. Maar wel naar 125.000 mensen die een baan krijgen die bij hen past, en niet alleen naar 125.000 vinkjes.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Twitter
LinkedIn